top of page
Zoeken
Foto van schrijverJagritta Olthof

Frank’s verrassing

Frank 4

‘Mevrouw Boot, mevrouw Boot,’ hoor ik roepen op het moment dat ik me buig om een pak yoghurt uit het koelschap te pakken. Als ik opkijk zie hem achter een winkelwagentje mijn richting uitkomen. Kleine mannetjes worden groot, denk ik als ik aan onze vorige ontmoeting denk. ‘Hoi Frank, hoe gaat het met je kerel? Je bent groot geworden.’ Hij straalt bij mijn opmerking. ‘Leuke hoodie hè? Is van mijn broer geweest.’ ‘Staat je goed. Heb je alweer met je vriendje mogen voetballen op het veldje?’ ‘Nee, maar dat gaat zeker weer gebeuren. Volgende week mag ik met Youri mee naar Amerika. De hele herfstvakantie mag ik hem gezelschap houden.’ ‘Voldoende geld opgehaald voor de behandeling van je vriendje?’ Hij knikt. ‘Dat is goed nieuws.’ ‘Ja, en omdat ik goed mijn best heb gedaan om geld in te zamelen, ga ik vliegen. Ik mag mee naar Boston. Niet de hele tijd hoor, alleen in de vakantie. Youri moet veel langer blijven.’ Zijn onbevangen bruine kijkers nestelen zich op mijn netvlies. ‘Ik had mijn spaarvarken al omgekeerd,’ gaat hij verder, ‘maar dat hoefde niet. Ik mag op hun kosten mee, zeiden Youri’s ouders, als dank voor mijn inzet. Ik was helemaal verrast.’ Zijn ogen vertonen weer de twinkeling, die ik een jaar geleden voor het eerst mocht ervaren. Wat fijn, denk ik. Zonder eigen gewin heeft deze Frank iets voor een ander geregeld of gedaan en krijgt er tot zijn eigen verrassing dit mooie gebaar voor terug. Waar kom je dat in onze maatschappij, waar alles zo langzamerhand om het ‘binnen harken’ draait, nog tegen? ‘Wat geweldig voor je,’ zeg ik en ik moet even slikken. Vurig hoop ik dat hij tot in lengte van dagen samen met zijn vriendje over een veldje mag rennen. ‘En, mevrouw Boot, we vliegen zondag. Dus zaterdag kan ik u nog helpen met het schoonmaken van uw boot of ligt hij al in de garage? Ik hoef er niks voor te hebben hoor.’ Voor een moment zit ik weer op het terras en zie zijn verbaasde blik voor me als ik hem heb uitgelegd waarom ik zijn lievelingsdrankje niet in huis heb. Ik voel een glimlach om mijn mond komen. ‘Wat lief van je. Kom zaterdagochtend maar langs, dan heb ik een Cola voor je klaar staan.’ ‘Cola?’ De verbazing is van zijn gezicht af te lezen. ‘Maar dat is toch slecht voor mijn tanden, zei u? Nee hoor, een glaasje water is oké.’ ‘De U-fase hebben we nu wel gehad, Frank. En overigens, mijn naam is Jagritta, maar mevrouw Boot vind ik ook prima.’ ‘Jagritta,’ herhaalt hij langzaam. Terwijl ik me verwonder over het feit dat hij mijn naam in een keer goed uitspreekt, hoor ik hem zeggen: ‘Bijzondere naam.’ ‘Ja, jongen. Daar is er maar een van. En wat de boot betreft ...’ ‘Ik kom zaterdag helpen.’ ‘Goed Frank, lief.’ Ik kijk in zijn winkelwagentje, het is leeg. In zijn hand heeft hij een briefje. Dan vraagt hij: ‘Mevrouw Boot, zou je...? Hij wijst omhoog. ‘Natuurlijk, jongen,’ en overhandig hem het pakje nadat ik het woord op het velletje heb gelezen. ‘Hoe laat mag ik komen zaterdag?’ ‘Zie maar, ik ben er de hele dag.’ Ik schiet in de lach als ik hem nakijk. Hij racet met de winkelwagen door het gangpad. Aan boord enkel een pakje roomboter. Nog een paar jaren kind, denk ik. Daarna opent zich langzaam de grote mensenwereld. Hoe zijn pad ook mag lopen, hij heeft voor altijd mijn hart gestolen.



copyright: jagritta olthof

4 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page